Moezel


Druivenrassen

Riesling en Müller Thurgau

Klimaat

Continentaal-Koel

Bodem

Leisteen (Schieffer) Zandsteen en Grauwacke (zwart zandsteen)

Één van de van de 13 Anbaugebiete (Duitse wijnstreken) en bakermat van het druivenras riesling, Ik ben in de wijnstreek Moezel gelegen aan de rivieren Moezel, Saar en Ruwer.

Het hoogtepunt van de wijnbouw aan de Moezel was omstreeks de 17e eeuw en de moezelwijn in heel Europa populair was mede door de intrede van de Riesling druif, destijds besloeg het wijnbouw areaal 300.000 hectare momenteel zijn dat nog 9.000. 

In het jaar 1990 werd afscheid genomen van het goedkope imago door maatregelen als;

  • Minder opbrengst per hectare
  • Het uitsluitend oogsten van vol rijpe druiven
  • Handmatig oogsten van hoogwaardigere druiven 
  • Hygiënisch werken in de kelder

De wijnstreek "Mosel" heette tot en met 2006 "Mosel-Saar-Ruwer"

Het wijngebied is onderverdeeld in vijf districten (Bereiche)

van noord naar zuid;

  • Burg Cochem(Untermosel)
  • Bernkastel (Mittelmosel)
  • Ruwer
  • Saar
  • Obermosel

In totaal bezitten de districten 19 grote wijngaarden (Großlagen) die op hun beurt weer bestaan uit meerdere wijngaarden (Einzellagen) vaak eigendom van verschillende wijnboeren.

 

Ongeveer de helft van de percelen liggen op steile hellingen en in terrassen.

De meeste wijnen zijn halfzoet tot zoet maar de laatste jaren neemt het aantal droge wijnen toe gemaakt van druivenrassen als;

Witte druiven,

  • Riesling (60,2%)
  • Müller Thurgau (13,2%)
  • Elbling (6,2)
  • Kerner
  • Weissburgunder
  • Bacchus 

Blauwe druiven,

  • Spätburgunder (4%)
  • Dornfelder
  • Regent

 

Clemens Busch  één van de beste wijnhuizen van de Moezelstreek.  Het wijnhuis gaat 100 procent biodynamisch te werk én zijn de wijngaarden zonder uitzondering te vinden op heel steile terrassen. De 40, 50 en zelfs 70 jaar oude ranken moeten er diep in de rode, grijze en blauwe leisteen op zoek naar voedsel en geven zo letterlijk het terroir door aan de Riesling-druiven.

Het wijnhuis werd opgericht in 1633 door de voorouders van Clemens Busch. In 1984 besloten Clemens en zijn vrouw Rita als een van de eerste wijnhuizen in de regio over te schakelen op biodynamische wijnbouw. 

Clemens en Rita laten de wijnen spreken en vinifiëren op de meest klassieke manier. Door die passie hebben ze wereldwijd een grote aanhang van Riesling-liefhebbers verworven. 

Duitsland is sowieso een land van cool climate wijnen, omwille van de noordelijke ligging en het continentale klimaat. Maar de Moezelstreek doet daar nog een schepje bovenop: niet alleen zorgt de machtige rivier de Moezel voor een koele bries en de nodige reflectie van zonlicht, de leien op de hellingen houden de zonnewarmte op een evenwichtige manier vast, zodat de wijnranken daar optimaal van profiteren. 

Bij Clemens Busch wordt manueel geoogst op het moment dat de druiven daar om vragen (meestal in oktober).

Een deel van het sap gaat in de traditionele houten 1000-liter Fuder-vaten (voor natuurlijke gisting en beluchting), en een deel in roestvrijstalen tanks.
Aangezien men de sappen natuurlijk laat fermenteren, kan dit proces 8 tot 10 maanden duren. Soms kan het nog langer – de druiven bepalen alles, niet de wijnmakers. De uiteindelijke wijnen krijgen op de fles een capsule in de kleur van leisteen waarop ze werden geteeld: blauw, grijs dan wel rood. Elk leisteentype geeft de wijn een eigen karakter in de smaak.

Leuk detail: Clemens en Rita wonen aan de ene kant van de Moezel, maar hun wijngaarden liggen aan de overkant. Als ze erheen willen, moeten ze de veerboot nemen of twintig minuten omrijden met de wagen. Ze zien hun wijngaarden dus, maar kunnen er niet bij.

Clemens Busch is sinds het begin van jaren 80 lid van OINOS, een groep Moezel-wijnmakers die, in navolging van de ideeën van Rudolf Steiner, sterk gelooft in de invloed van kosmos op alle organismen. Verder behoren ze sinds 2015 tot Respekt, vereniging van wijnboeren die biodynamisch werken – zowel uit idealisme als plichtsbesef. 

Clemens Busch behoort tot de vijfde generatie wijnmakers. Al zijn voorgangers noemden hun eerste zoon Clemens, maar als zelfverklaarde beeldenstormer koos hij ‘Florian’ als naam voor zijn eigen nageslacht.